bron CBS, 19 september 2019
Werkloosheidsindicator
Om de conjuncturele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in verschillende landen te kunnen vergelijken, wordt vaak gebruikgemaakt van de werkloosheidsindicator van de International Labour Organization (ILO). Volgens deze indicator worden mensen van 15 tot 75 jaar zonder betaald werk die hier recent naar hebben gezocht en direct beschikbaar zijn met ‘werkloos’ aangeduid. In augustus waren er 321 duizendwerklozen. Hiermee was 3,5 procent van de beroepsbevolking werkloos.
UWV: lichte stijging WW-uitkeringen in augustus
UWV verstrekte 237 duizend WW-uitkeringen eind augustus 2019. Dat zijn er 41,5 duizend minder dan een jaar eerder. Dat komt neer op een daling van 14,9 procent. Vergeleken met juli 2019 ligt het aantal lopende WW-uitkeringen in augustus 1,1 procent hoger (+2,7 duizend).
UWV: zomerpiek WW in het onderwijs
De toename van het aantal WW-uitkeringen in augustus zit vooral bij de pedagogische beroepen. Dit is een terugkerend fenomeen. Elk jaar is er in de zomermaanden een piek van het aantal nieuwe WW-uitkeringen vanuit het onderwijs. Tijdelijke contracten worden beëindigd omdat het werk afloopt en niet voldoende vakantiedagen zijn opgebouwd om de hele zomer doorbetaald te krijgen. Deze zomerpiek geldt vooral voor regio’s waar de krapte op de arbeidsmarkt minder groot is.
Record aantal mensen op de arbeidsmarkt
In augustus 2019 waren er 9,0 miljoen werkenden en 321 duizend werklozen. Samen is dat 71,2 procent van de 15- tot 75-jarigen. Deze brutoarbeidsparticipatie piekte voor het laatst in maart 2009 (71,0 procent). Het ging destijds om 8,4 miljoen werkenden en 342 duizend werklozen.
Vooral 45-plussers zijn steeds vaker op de arbeidsmarkt: in maart 2009 werkte 56,7 procent of was op zoek naar werk en beschikbaar daarvoor. In augustus 2019 was dat 60,9 procent. Vooral het aantal werkenden in deze groep nam sterk toe met 736 duizend. De 45-minners zijn minder vaak op de arbeidsmarkt. Bij de 15-tot 25-jarigen was de brutoarbeidsparticipatie in maart 2009 70,9 procent en in augustus 2019 69,9 procent. Bij de 25- tot 45-jarigen ging het ruim tien jaar geleden om 89,8 procent en vorige maand was dat 88,2 procent.
Onbenut arbeidspotentieel
Het CBS publiceert maandelijks over de omvang van de werkzame beroepsbevolking en de niet-werkzame bevolking, waarbij de laatste groep wordt uitgesplitst naar de werkloze beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking (allemaal volgens ILO-definitie).
Met de werkloze beroepsbevolking wordt echter niet het totale onbenut arbeidspotentieel beschreven. Behalve werklozen behoren hiertoe nog andere groepen. Het gaat ook om mensen die óf recent gezocht hebben naar werk óf direct beschikbaar zijn voor werk. Deze mensen worden gerekend tot het onbenut arbeidspotentieel, maar vallen buiten de werkloosheidsdefinitie. Ook deeltijders die meer uren willen werken en hiervoor direct beschikbaar zijn, behoren tot het onbenut arbeidspotentieel.
De grootte en samenstelling van deze groepen worden alleen per kwartaal gepubliceerd. Het totaalbeeld dat de onderstaande figuur weergeeft is gebaseerd op de meest recente kwartaalcijfers (tweede kwartaal 2019). Het totale onbenut arbeidspotentieel bestond in het tweede kwartaal van 2019 uit 1,0 miljoen mensen. Een jaar eerder waren dit er nog 1,1 miljoen. De ontwikkeling van het totale onbenut arbeidspotentieel hangt sterk samen met de ontwikkeling van de werkloosheid.